Totaal: 0,00
Totaal: 0,00

Koi parasieten

(Pseudo)dactylogyrus & Gyrodactylus sp.

Kenmerken

(Pseudo)dactylogyrus komt voor bij vele vissoorten en bij een grote temperatuur-range van het water. Er zijn vele soorten van deze parasieten bekend. Bij ons vormt deze ei-leggende Pseudodactylogurus anguilla een beperkt tot groot probleem.

De Dactylogyrus heeft vier ogen en is voornamelijk een kieuwparasiet welke ook wel eens op de huid kan voorkomen. Deze worm legt eieren (behalve de Dactylogyrus crassus welke voorkomt bij de inheemse kroeskarper en goudvissen) Bij 30 graden komen deze eieren in ca twee dagen uit. De larven zijn voorzien van trilharen zodat ze naar een gastheer (of vrouw) kunnen zwemmen. Ze kunnen slechts kort overleven zonder gastheer van ca 10 uur bij de grote Dactylogyrus vastator (Nybelin) tot ca 5 uur bij de Dactylogyrus macracanthus (Wegener). Bij deze soort duurt het 3 tot 4 dagen voordat de eieren uitkomen. Het bereiken van het uiteindelijke volwassen stadium duurt enkele weken.

 Gyrodactylus is  blind en levendbarend. Dit zijn overwegend huidparasieten welke ook wel op de kieuwen voorkomen. De wormen zijn biseksueel: één worm is dus voorzien van zowel mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen. Een embryo kan een volgend embryo bevatten en dit kan ook weer een volgend embryo bevatten. Totaal kunnen er dus 4 generaties in één worm huizen.

Vissen die besmet zijn met (Pseudo)dactylogyrus of Gyrodactylus krijgen ademhalingsmoeilijkheden als de parasiet op de kieuwen zit en vertonen schuurgedrag indien de parasiet op de huid zit. De kieuwdeksels staan verder naar buiten dan normaal, de kieuwen vertonen vlekken en vaak bloedingen. Een voor belangrijk verschijnsel is het ophouden met eten. De parasieten veroorzaken schade aan de vis door het zich vast te zetten met haakjes in hun voetstructuur op de kieuwen en huid. Daarnaast graast de parasiet met het epitheel af en beschadigt hiermee de slijmlaag, waardoor de vis vatbaarder voor secundaire pathogenen wordt.

Behandeling

(Pseudo)dactylogyrus en Gyrodactylus kunnen worden overgedragen via het water, de vissen onderling, planten, slakken en levend voer. Als de hygiëne op een viskwekerij slecht is kan de parasiet zich ook makkelijk binnen een kwekerij verspreiden. Een goede hygiëne is dan ook één van de preventieve maatregelen. Tegen (Pseudo)dactylogyrus werd met het wormmiddel mebendazol gewerkt (maar dit is uit de handel), Fmc kan ook doch er moet een aantal malen behandeld worden, met een tussenpauze van enkele dagen, omdat de eitjes van de parasieten door de behandeling niet gedood worden. Er ontstaat echter steeds meer resistentie van de parasiet tegen deze behandeling. Het is moeilijk om de parasiet op een kwekerij helemaal kwijt te raken. Een behandeling met  Flubenol, Praziquantel of trichlorfon of tricloracide is afdoender.

Hier volstaat meestal 1 behandeling omdat de producten langdurig werken, doch overleg met een koidokter of ervaren Koidealer de dierenarts is aangeraden.

Een Dactylogyrus met ei op de kieuw van een vis

Een Dactylogyrus met ei op de kieuw van een vis

 

Chilodonella spp

Kenmerken
Alle vissoorten zijn vatbaar voor Chilodonella, bij alle mogelijke temperaturen, doch hoofdzakelijk in het voorjaar en in de herfst. Chilodonella zijn eencellige ectoparasieten (ciliaten) die zich op de huid en kieuwen vestigen en een grote slijmproductie teweeg brengen. Deze parasiet komt meestal voor bij verzwakte vis, maar kan ook gezonde vis infecteren.
De ziekte kan zich uiten door een wittige, wolkachtige laag op de slijmlaag, vaak op de rug van de vis. De vis vertoont schuurgedrag en krijgt ademhalingsproblemen en door aantasting van de slijmlaag kunnen ook secundaire bacteriële infecties optreden. Afhankelijk van de zwaarte van de infectie en de vissoort kan er een hoge sterfte optreden.

Behandeling
Chilodonella kan worden overgedragen via het water, de vissen onderling, planten, slakken en levend voer. Als de hygiëne op een viskwekerij slecht is kan de parasiet zich ook makkelijk binnen een kwekerij verspreiden. Een goede hygiëne is dan ook één van de preventieve maatregelen. Hiernaast zijn niet te hoge visdichtheden en een goede waterflow in het systeem belangrijk Behandeling van Chilodonella species gebeurt met formaline of keukenzout.

Ichthyophthirius multifilis (witte stip)

Kenmerken
Witte stip komt over de gehele wereld voor bij vele vissoorten, bij watertemperaturen van 3-28°C. Het gaat om uitwendige parasieten (ciliaten) die zich nestelen op en in de buitenste weefsellaag van de huid en kieuwen. De vis reageert hierop door de vorming van exudaat (slijmpropjes, witte stippen), die uitwendig zichtbaar kunnen zijn.
De naam van de ziekte geeft al aan hoe de ziekte in een vergevorderd stadium te herkennen is: met het blote oog zijn witte stipjes zichtbaar met een doorsnede van 0,5-1 mm op huid en kieuwen. In een vroeg stadium vallen het schuurgedrag en benauwd uitziende ademhaling op. Witte stip kan aanzienlijke sterfte veroorzaken door ademhalingsproblemen en secundaire bacteriële infecties, vooral bij jonge vis.

Behandeling
Witte stip kan op diverse manieren worden overgedragen, via viswater, vissen onderling, planten, slakken en levend voer. Als de hygiëne op een viskwekerij slecht is kan de parasiet zich ook makkelijk binnen een kwekerij verspreiden. Een goede hygiëne is dan ook één van de preventieve maatregelen. Hiernaast zijn niet te hoge visdichtheden en een goede waterflow in het systeem belangrijk. Behandeling van witte stip is mogelijk met formaline of keukenzout.

Trichodina

Kenmerken

is een ééncellige flagellaat die veelvuldig vijvervissen zoals Koi en goudvissen parasiteert. Het is een schotelvormige parasiet met trilhaartjes (cilia) om zich te kunnen verplaatsen. Deze parasiet is enkel met een (goede) microscoop zichtbaar. Hij is gemiddeld 70 µm groot.

Trichodina vinden we terug op het lichaam en op de kieuwen waardoor de vissen moeilijkheden hebben om te ademen, daarom is extra beluchting aan te raden.

Trichodinaparasieten planten zich voor d.m.v. celdeling, daardoor kan een plotse explosie van parasieten plaatsvinden. Ze vermenigvuldigen zich tussen de 4°C en 30°C, we komen deze parasiet dus gedurende het hele jaar tegen.

Als reactie op het gekietel van de parasiet produceert de Koi een extra dikke slijmlaag, maar dat vindt deze parasiet juist leuk omdat hij nog wat extra voeding en plaats krijgt. Op gezonde Koi kunnen we trichodina parasieten tegenkomen, maar dat is niet zo erg. Pas als de Koi verzwakt is (andere parasieten, slechte waterkwaliteit, lage temperaturen) beginnen ze gevaarlijk te worden. Meestal treffen we bij trichodina ook secundaire infecties aan zoals schimmels, gatenziekte, enz. De vissen springen (uit het water, wat soms slecht kan aflopen), flitsen of schuren. Bij een erge infectie stoppen de vissen met eten en hangen de vissen aan het oppervlak of aan de wateraanvoer. Wanneer de infectie dit stadium bereikt heeft, is het meestal al te laat en is de kans op overleving meestal klein.

De behandeling

Behandeling gebeurt meestal met kaliumpermanganaat (KMnO4), dit is een oxiderend(e) poeder/vloeistof. Ook kan men het water behandelen met malachietgroen, methyleenblauw of FMC. Tegen deze 3 laatste behandelingen hebben trichodina-parasieten een zekere resistentie opgebouwd door het veelvuldig toepassen. Tegen kaliumpermanganaat kan geen weerstand worden ogebouwd en dit is dus de beste behandeling. Het is echter aangewezen een Koidokter of ervaren Koidealer raad te plegen die over genoeg kennis beschikt vooraleer een behandeling toe te passen.

Trichodinella

Trichodina heeft ook een kleinere broer, trichodinella. Deze parasiet is kleiner en hardnekkiger dan trichodina.

Karperluis

Karperluis

Kenmerken

De karperluis (Argulus foliaceus) is een parasitaire kreeftachtige die voornamelijk wordt aangetroffen op de brokaatkarper en goudvissen, maar ook op andere zoetwatervissen. Hij is gemiddeld een halve millimeter groot en met het blote oog vrij goed zichtbaar.

Hij plant zich voort boven 15 °C en legt ongeveer 300 eitjes op een steen of plant.

Een vis met karperluis schuurt langs de wanden en springt (uit het water), in de hoop verlost te raken van de parasieten.

Behandeling

De behandeling gebeurt best met Trichlorfon. Aangezien de eitjes bestand zijn tegen dit middel, zal men na een maand, wanneer ze uitgekomen zijn, opnieuw moeten behandelen. Dit tot er geen luizen meer aanwezig zijn.

COSTIA

Costia is van de drie meest voorkomende eencellige parasiet die voor huidtroebeling verantwoordelijk zijn en de moeilijkst bestrijdbare.
Een Trichodina infectie is het makkelijkste, gevolgd door de Chilodonella infectie
en dan dus de Costia.
Costia is een flagelaat en Chilodonella en Trichodina zijn ciliaten.
Onder de microscoop is Costia bij een vergroting vanaf 400 keer aan zijn tuimelende zwembeweging en zijn boonvormig uiterlijk te herkennen.
Omdat de parasiet de plaats aantast waar de schubben in de huid vastzitten, is het moeilijk voor de koi om er vanaf te komen.
De eerste kenmerken van een aantasting zijn overmatige productie van huidslijm,
het lijkt net of er over de huid een laagje dichte grijze mist hangt waardoor de kleuren vervagen.
De vinnen worden ook weer geknepen, maar de ademhaling is niet versneld. Dit is pas aan het einde van het ziekte verloop.
Het vaststellen van de precieze aantasting kan alleen plaats vinden door middel van een huidafstrijkje van een levende vis en microscopisch onderzoek van dit huidafstrijkje.
Costia kan niet leven zonder gastheer en is dus een echte parasiet.
Aantasting komt vaak voor door een te dicht bevolkte vijver en op reeds verzwakte vissen.
Een gezonde vis wordt zelden besmet of heeft er geen last van.
Vaak heeft de vis al verzwakking opgelopen tijdens te ruwe behandeling van vangst
en transport.
De vissen zijn dus lusteloos, ademen moeilijker, schuren zich op de bodem of hangen aan de oppervlakte en de bewegingen zijn traag.
Bij een massale infectie is de huid verwoest en heeft het een bloeddoorlopen uiterlijk.

Costia is de voornaamste visdoder in de winter omdat deze parasiet zich kan blijven ontwikkelen bij een temperatuur van minder dan 2C°. Zoals bij andere infecties door ééncelligen zwemmen de vissen tuimelend door het water, schuren aan de vijverwanden en vermageren. Sommige vissen sterven zelfs zonder dat er één van deze symptomen is waargenomen.

Behandeling

De behandeling gebeurt best met kaliumpermanganaat dosis van een langdurig bad : 2 a 4 gr/1000 L

Third Cyprinid Herpesvirus

Koi Herpes virus

Koi met KHV-infectie

Third Cyprinid Herpesvirus (CyHV-3), beter bekend als koi herpesvirus (KHV) is een virus dat specifiek karpers en koi (Cyprinus carpio) infecteert. Infectie gaat vaak gepaard met ziekte en hoge sterfte. Het virus is voor het eerst beschreven in 1998 in koi uit Israël en de Verenigde Staten. Door enkele Israëlische onderzoeksgroepen wordt het virus ook wel beschreven onder de naam Carp nephritis and gill necrosis virus (CNGV). Door de wereldwijde handel in koi heeft het virus zich razendsnel kunnen verspreiden. Bij ons is het eerste geval aangetoond in 2001, maar waarschijnlijk was het virus daarvoor al aanwezig.

Ondanks enige discussie  zijn er sterke genetische en morfologische aanwijzingen dat KHV tot de familie van de herpesvirussen behoort. Op dit moment wordt de familie van herpesvirussen van vissen en amfibieën als allo-herpesvirussen geclassificeerd. De wetenschappelijke naam voor het virus (pathogeen) is herpes en de aard is viraal (DNAvirus).

 Varianten

Er zijn tenminste drie verschillende varianten bekend van koi herpesvirus. Variant J, U en I werden respectievelijk geïsoleerd uit een dode koi van een kwekerij in Japan, uit zieke koi bij een producent in het oosten van de Verenigde Staten in 2003 en uit een volwassen koi in 1998 tijdens massale sterfte bij een producent in Israel.

 Diagnose

Voor het stellen van een juiste diagnose op KHV moeten er tests worden uitgevoerd. Hiervoor kan het best door een erkend veterinair een bloed of weefsel monster worden genomen. De veterinair stuurt deze monsters of een testvis dan op de juiste wijze geconserveerd naar een laboratorium. De gebruikelijke tests voor het vaststellen van KHV zijn:

Bij ons worden deze tests meestal uitgevoerd door het Veterinair Instituut. Voor laboratoria, veterinairen en voor bezitters geldt een meldingsplicht bij een positieve testuitslag op KHV gebaseerd op EU-wetgeving.

 

Vals-negatieve diagnose

Een eigenschap van het herpes virus is dat het in staat is om zich zeer goed schuil te houden waardoor een juiste diagnose soms niet mogelijk is. Het is bekend dat er zonder acute uitbraak toch besmette vissen in een bestand kunnen zitten, maar door de eigenschap van het virus om zich te verschuilen is het aantal virus deeltjes dan zo laag dat testen ze niet of niet goed detecteren. Dit noemt men een vals- negatieve diagnose.

Vals-positieve diagnose

Aan de andere kant kan er ook een vals-positieve diagnose ontstaan. CyHV-1 (karperpokken) bijvoorbeeld is ook een herpesvirus dat veel overeenkomsten heeft met het KHV-virus. De aanwezigheid van CyHV-1 kan een positieve uitslag opleveren voor KHV terwijl de vissen daar helemaal niet mee besmet zijn. Dit noemt men een vals-positieve diagnose.

 Ziekteverschijnselen

Weefselverval of Necrose en verslijmen van de kieuwen is het meest typische beeld van KHV. Verder kunnen de volgende symptomen wijzen op de ziekte:

Afzonderen van koi

Ingevallen ogen

Herpesachtige aandoeningen op de huid

Verlies van slijmhuid en overmatige slijmproductie

Huidwondjes

Luchthappen

Verminderde eetlust

Ongecoördineerd zwemmen

Ontstaan van secundaire infecties omdat de gastheer verzwakt is. Bvb. Bacteriën en parasieten zoals voornamelijk Costia

Snelle sterfte van verschillende koi

Merkwaardig aan KHV is dat regelmatig karpers kunnen sterven zonder dat er maar ook één ziektesymptoom zichtbaar is.

Overdracht

De overdracht is bijna altijd horizontaal, dat wil zeggen van vis naar vis. Besmetting vindt plaats via de huid.  Ook via water, handen, netten et cetera kan een besmetting worden overgebracht. KHV is soortspecifiek en kan tot zover bekend enkel karpers (Cyprinus carpio) besmetten. Goudwinde, steur en andere vissen kunnen dus vooralsnog niet besmet worden. Bij andere karperachtigen zoals graskarper, zeelt, zilverkarper en goudvis is bij onderzoeken het dragerschap aangetoond. Zij kunnen het virus bij zich dragen zonder zelf symptomen te hebben of ziek te worden. Ze kunnen echter wel de besmetting overdragen.

KHV begint zich te vermenigvuldigen bij een watertemperatuur vanaf 15°C. Wanneer de watertemperatuur boven de 28°C komt, stopt het vermeerderingsproces. Zodra de watertemperatuur tussen de 18 en 28°C ligt, zal het reeds latent aanwezige KHV voor een mogelijke uitbraak zorgen waarbij 21 tot 24°C de optimale temperatuur is. Dit is tevens het grote gevaar van met KHV besmette vijvers. Wanneer de temperatuur zich onder de ideale temperatuur bevindt, zoals in het najaar, de winter en het voorjaar, is er op het eerste gezicht niets aan de hand, hoewel de dan nog gezonde vissen toch al drager zijn van het virus. De ziekte komt dan later tot uiting zodra de voor het virus ideale watertemperatuur is bereikt.

 Factoren

Stress bij koi is zeker één van die factoren die KHV in de hand werken en het ziekteproces nog versnellen. Bij stress draait het natuurlijke afweermechanisme niet zoals het hoort en de aanmaak van de zo noodzakelijke antilichamen is niet optimaal of wordt zelfs stopgezet. KHV zou het net als hiv (aids) gemunt hebben op het afweermechanisme. Gebleken is dat KHV ook de nieren aantast. De (kop)nier speelt een belangrijke rol in het afweermechanisme van de karper. KHV kent een korte incubatietijd en grijpt enorm snel om zich heen wanneer de omstandigheden voor het virus ideaal zijn. Het verloop van besmetten, het vertonen van de symptomen en de dood van verschillende koi kan snel verlopen, ook zonder de bekende symptomen. KHV tast karpers aan van alle leeftijden.

Behandeling

Bij een vermoeden van KHV is het snel verwarmen van het water naar 30 tot 32°C gedurende enkele weken de aangewezen methode om een uitbraak een halt toe te roepen. Als dit niet mogelijk is in de vijver, is een quarantainesysteem een optie, waarbij de waterkwaliteit en het zuurstof gehalte van het water onder continue controle staan. Ondertussen kan een dierenarts een staal afnemen van één of twee vissen om een diagnose te stellen. Na deze periode kan men de watertemperatuur weer tot ongeveer 23 graden laten dalen. Doen er zich dan nogmaals symptomen van een KHV-besmetting voor dan moet de procedure herhaald worden. Men dient vissen die na een positieve uitslag overleven niet weg te geven of te verkopen. Het gevaar voor het besmetten van andere vijvers is groot. Het omhoog brengen van de watertemperatuur tot boven de 30°C doodt het KHV-virus niet, de vissen blijven drager. Het is slechts een methode om een KHV-uitbraak een halt toe te roepen en sterfte te beperken. Om KHV te bestrijden adviseert men om het besmette bestand te ruimen gevolgd door desinfectering van de vijver of het quarantainesysteem.

Preventie

Om een uitbraak van KHV in de vijver te voorkomen, zouden de vissen enkele weken in de gevaarlijke temperatuurzone moeten hebben doorgebracht. Probleem is dat de meeste koi in november aangekocht worden, vervolgens overwinteren bij de leverancier,en in het voorjaar, april in een vijver uitgezet worden. De watertemperatuur is dan nog te laag om een KHV-uitbraak te kunnen hebben. Dit geldt ook tijdens het transport per vliegtuig waarbij een watertemperatuur tussen de 15 en 18 graden gehanteerd wordt. De symptomen komen pas een paar maanden na uitzetten in de vijver tot uiting als de watertemperatuur in het gebied van 18-28 graden komt waarin uitbraak kan optreden. In Nederland wordt er een keurmerk ontwikkeld voor dierenspeciaalzaken. Onder dit keurmerk werken zij volgens een vastgelegd protocol dat het risico op overdracht en verspreiding van ziekten sterk beperkt.

Om het risico voor de koi in de vijver tot een minimum te beperken ten opzichte van nieuwe koi, kan er gebruik gemaakt worden van een quarantaineperiode in een aparte voorziening. Door in dit systeem (1000 Liter bak) de omstandigheden voor KHV ideaal te maken, kan een eventuele besmetting vaak vooraf worden geconstateerd.

Vaccins

In 2011 is er geen vaccin beschikbaar binnen de Europese Unie. Er wordt wel op diverse plaatsen hard gewerkt aan de ontwikkeling van een vaccin tegen het KHV-virus.

Liposomen

Liposomen

Schema van een liposoom door Dennis Barten.

In Japan werkt men aan een liposomen vaccin dat oraal kan worden toe gediend bijvoorbeeld als voedingssupplement. Een liposoom is een minuscuul hol bolletje van fosfolipiden (soort vetten). Zo’n liposoom maakt het mogelijk dat dood virusmateriaal, dat anders verteerd zou worden, via de darmwand in het lichaam terecht komt. In de holte binnenin kun je bijvoorbeeld een vaccin stoppen, of medicijnen. Onderzoek hiernaar staat nog in de kinderschoenen. Drie jaar geleden werd het zelfs nog ‘toekomstmuziek’ genoemd. In dit liposoom-vaccinzitten door formaline gedode KHV-deeltjes. Het is dus een dood vaccin, in tegenstelling tot het ‘levend verzwakte’ vaccin uit Israël. Zowel dode als levend verzwakte vaccins hebben voor- en nadelen.

 KV3 en andere

In Israël gebruikt men het door Kotler ontwikkelde KV3 vaccin. Dit vaccin wordt geproduceerd door de firma Kovax en wordt door de Israëlische kwekerijen toegepast op alle door hen geproduceerde koi. De werking en betrouwbaarheid van dit ‘levend verzwakte’ vaccin staat echter nog ter discussie. In enkele Duitse deelstaten is de import van op deze wijze gevaccineerde koi verboden.

In Engeland werkt Henderson Morley aan een vaccinen in de Benelux is er door de Universiteit van Luik een vaccin ontwikkeld dat getest wordt. Alle tot nu toe genoemde vaccins zijn in een ontwikkelings- of testfase. Het duurt waarschijnlijk jaren voordat er en of meer beschikbaar komen.

X